Vroege ervaring en hersenontwikkeling
Uitgewerkt door: Cathy van Tuijl
Gezonde hersenontwikkeling staat niet op zichzelf, maar kan alleen plaatsvinden binnen de context van ervaringen die individuen opdoen. Vroege individuele ervaringen kunnen genexpressie beïnvloeden en spelen een belangrijke rol in de opbouw van hersenstructuren. Kinderen die opgroeien in een stimulerende en responsieve omgeving hebben optimale kansen voor neurale ontwikkeling. Maar niet elk kind groeit op in een warm, veilig nest. Minder optimale omstandigheden leiden tot een suboptimale structuur van de hersenen, hetgeen tot afwijkingen leidt in subsystemen die betrokken zijn bij gezonde fysieke, cognitieve en sociale ontwikkeling. Meerdere studies tonen aan dat verwaarlozing in de eerste levensjaren leidt tot veranderingen in de hersenontwikkeling, die vervolgens emotioneel, gedragsmatig en cognitief functioneren belemmeren. Vroege interventies kunnen een deel van deze schadelijke effecten van verwaarlozing op de hersenontwikkeling ongedaan maken. Daarbij is het belangrijk om zo vroeg mogelijk te starten om maximaal herstel van negatieve ervaringen te bieden.
Hersenontwikkeling start al tijdens de conceptie en duurt voort tot in de late adolescentie. De ervaringen die kinderen opdoen tijdens de eerste jaren zijn buitengewoon belangrijk. Voor een gezonde hersenontwikkeling zijn goede, ondersteunende relaties van belang. Verzorgers bieden jonge kinderen blootstelling aan taal, interactief spel en emotionele feedback en daarmee ondersteunen ze de ontwikkeling van neurale circuits die nodig zijn voor zelfregulatie en cognitie.
Hersenen zijn in staat om te veranderen in reactie op ervaringen (‘neuroplasticiteit’). Als het gaat om de rol van de omgeving op hersenontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen ‘experience-expected’ en ‘experience-dependent’ ontwikkeling. Experience-expected, oftewel ervaringen-verwachtende ontwikkeling is de ontwikkeling die optreedt in reactie op ervaringen die door alle leden van een soort gedeeld worden, zoals blootstelling aan geluid, licht en mogelijkheden om te bewegen en objecten te manipuleren. Deze ervaringen ondersteunen de ontwikkeling van neurale paden en circuits die betrokken zijn bij horen, spreken, taal, en op termijn de cognitieve en emotionele ontwikkeling. Experience-dependent, oftewel ervaringen-afhankelijke ontwikkeling daarentegen verwijst naar ontwikkeling die optreedt als gevolg van ervaringen die verschillen tussen individuen, zoals muzikale ervaringen of gelijktijdige blootstelling aan verschillende talen. Ook deze ervaringen beïnvloeden de hersenontwikkeling. Veel van deze ervaringen moeten opgedaan worden op specifieke momenten in de ontwikkeling (sensitieve perioden) om optimaal ontwikkeld te worden. Variaties in (ervaringen-afhankelijke) individuele ervaringen tijdens de levensloop kunnen ook bijdragen aan hersenontwikkeling maar een gezonde hersenontwikkeling kan ook plaatsvinden zonder blootstelling aan dergelijke ervaringen. Immers, ook zonder een meertalige omgeving ontwikkelen kinderen taal.
Verwaarlozing is een schadelijke opvoedingsconditie. In gezinnen kan verwaarlozing verschillende vormen aannemen, zoals het onvermogen van ouders om de emotionele of cognitieve ontwikkeling van kinderen te ondersteunen en/of aan basale fysieke, medische of onderwijsbehoeften tegemoet te komen. Institutionele verwaarlozing, dat wil zeggen opgroeien in een weeshuis zonder de mogelijkheid tot het opbouwen van een hechtingsband en met veel materiele en bewegingsbeperkingen, is een gradatie erger omdat bovenop tekort aan een hechtingsrelatie ook niet aan individuele behoeften tegemoetgekomen wordt. Bij deze institutioneel verwaarloosde kinderen is de invloed van vroege ervaringen op de hersenontwikkeling meetbaar op verschillende manieren zoals met een PET-scan, MRi, of EEG. Duidelijk is dat (ongeacht de methode) de structuur en functie van de hersenen van institutioneel verwaarloosde kinderen verschilt van die van normaal opgroeiende kinderen: sommige hersenonderdelen zijn kleiner of minder verbonden, er zijn veranderingen in functionaliteit die geassocieerd worden met problemen in emotie en cognitie en er is verminderde elektrische activiteit.
Veel kennis over de rol van de omgeving bij hersenontwikkeling is afkomstig van onderzoek waarbij kinderen opgroeiend in responsieve gezinnen vergeleken worden met kinderen die in minder gunstige omstandigheden opgroeien zoals in tehuizen met een lage kwaliteit. De auteurs maken gebruik van gegevens uit het Boekarest Vroege Interventie Project over tehuiskinderen. Deze kinderen werden gevolgd tot ze 12 jaar waren en vergeleken met kinderen die in tehuizen bleven maar ook met niet-verwaarloosde kinderen die opgroeien in hun eigen gezin. In dit Vroege Interventie project is aangetoond dat kinderen die voor hun 2e verjaardag geadopteerd worden een vergelijkbare EEG laten zien als normaal opgroeiende kinderen. En met 3,5 jaar toonden diezelfde kinderen betere vroege visuele verwerking van prikkels dan de kinderen die in instellingen verbleven. In zijn algemeenheid geldt: hoe langer kinderen in hun vroege jaren verstoken blijven van ervaringen die nodig zijn voor experience-expected ontwikkeling, des te groter de schade op de lange termijn. Hoewel niet elk aspect van de hersenontwikkeling even vatbaar is voor omgevingsinvloeden blijkt vroege interventie (adoptie in een meer ondersteunende omgeving) bij te dragen aan herstel. Het beeld van hersenontwikkeling bij kinderen uit instellingen van lage kwaliteit is een extreem voorbeeld. Ook kinderen die in verwaarlozende gezinnen opgroeien lopen risico op een minder optimale hersenontwikkeling met gevolgen voor gedrag, en emotionele en cognitieve ontwikkeling, maar dan gaat het om experience-dependent ervaringen, zoals een rijk taalaanbod. Risicokinderen hebben baat bij beleid en programma’s die toegang tot preventie en interventie bevorderen.