‘Door samen te werken kan het jonge kind nóg beter op de kaart worden gezet’
Irma Hindriks is een doorgewinterde leraar onderbouw. De onderbouw is al ruim 25 jaar haar terrein. Sinds 2009 is zij leraar in Denekamp, op de ML Kingschool, een Daltonschool. Daarvoor werkte ze in Almelo, waar ze vooral met NT2 kinderen werkte. De afgelopen jaren is het elan verder versterkt in de aandacht voor het jonge kind, Irma neemt deel aan een Professionele leergemeenschap van Saxion. Dat geeft inspiratie en nieuwe inzichten, maar ook onderbouwing van de ervaring die er al was.
Alles begint bij de KLOS!
Ik ben altijd benieuwd welke opleidingen iemand heeft gedaan. En het is al vaker gezegd: als het om de onderbouw gaat, dan is de KLOS nooit ver weg. Ook Irma is gestart op de KLOS. Soms wordt daar nog romantisch over gesproken. Maar wat maakte de KLOS nu zo bijzonder? Irma: ‘De KLOS was een specifieke opleiding voor het jonge kind, daarom was er ook voldoende tijd voor onderwijs aan jonge kinderen’. En een belangrijk onderscheid was: ‘Op de KLOS leerde je ook creatief te zijn, inspelen op de inbreng van de kinderen. Je leerde om vraagstukken op te lossen’. Maar na de KLOS zijn er ook veel zaken veranderd. De poppenhoek die drie jaar hetzelfde was, is nu niet neer. ‘De kennis van de leerlijnen, materialen en doelen erachter, dat was erg goed.’
Irma heeft niet stilgezeten na de KLOS. Ze werd volledig bevoegd docent en daarna volgde ze de opleiding Jonge kind specialist bij Saxion. De drijfveer is het zoeken naar meer verdieping. De onderbouwing van de didactiek en pedagogiek werd gevonden. Irma: ‘Vaak vind je een verklaring van wat je al die jaren deed, maar nu is het gestoeld op onderzoek’. ‘Zo kun je wel zeggen dat het belangrijk is dat kleuters spelen, maar nu werd dat onderbouwd.’ De opleiding duurt twee jaar en is haar ook goed bevallen. Voor Irma was het juist de combinatie van theorie en praktijk die in de opleiding zo veel meerwaarde bood. Ze gaat nu nog bewuster om met de hoeken: het beredeneerd aanbod is beter geworden. Daarnaast is er meer oog voor de samenhang; zo komen de thema’s in verschillende hoeken terug. Daardoor creëer je een rijkere en meer doordachte speel-leeromgeving.
Wat laat jouw professionele hart sneller slaan als het gaat om het jonge kind? Na 25 jaar is dat nog steeds duidelijk: het is de onbevangenheid van de kinderen, het spontane en het nieuwsgierige. Jonge kinderen zijn ondernemend: ze willen alles ontdekken! Tegelijkertijd zie je dat kinderen in deze leeftijdsgroep al zo veel kunnen; hun hersenen maken snelle sprongen, soms een tijdje niet en soms weer heel snel en je staat versteld van wat ze soms kunnen.
Zelfstandigheid, reflecteren en samenwerken zijn de principes van Dalton onderwijs. Het is opvallend dat die ook goed toepasbaar zijn in de onderbouw. Het is belangrijk om vertrouwen te hebben in de kinderen. De hele Daltonpedagogiek zit verweven in veel alledaagse handelingen.
En toen kwam de professionele leergemeenschap (PLG)
Waarom werkt de professionele leergemeenschap zo inspirerend? Na de opleiding jonge kind specialist kwamen er nieuwe uitdagingen, zoals een jonge kindnetwerk in de regio (binnen het schoolbestuur Consent) en de professionele leergemeenschap voor het jonge kind binnen het kennisnetwerk lerende leraren. Irma is daar heel enthousiast over. De PLG geeft weer nieuwe impulsen, inspiratie, nieuwe energie, nieuwe kennis en ook een klankbord met gemotiveerde collega’s. Er worden sprekers uitgenodigd en er zijn inspiratiemiddagen, en in de PLG zijn ook nieuwe producten ontwikkeld en dat is heel bijzonder. Er kwam een kaartenset voor een professionele dialoog over het jonge kind, bekwaamheidseisen en kwaliteitsstandaarden voor de startende leerkracht jonge kind.
Samen een product ontwikkelen draagt heel sterk bij aan de betrokkenheid en professionele competenties. Alle producten worden steeds gecontroleerd getoetst aan literatuur en onderzoek. De PLG heeft een groter bereik dan alleen het eigen schoolbestuur: het is ontwikkeld binnen het kennisnetwerk lerende leraren; dat zijn 18 besturen. Voor veel leraren een inspirerende leeromgeving in de regio.
Als je start als jonge leraar, waar moet je dan op letten? Toch weer: meer aandacht voor spel. Irma: ‘Jonge studenten hebben de neiging om vast te blijven hangen in een doel; dat is soms lastig om los te laten. Het is belangrijk om een leerlijn te hebben, maar je moet ook aansluiten bij wat de kinderen inbrengen. Aansluiten en kansen grijpen, redeneren.’ Irma vervolgt: ’Goedbeschouwd kan elk doel bij elk lesje passen, maar daarvoor is het belangrijk dat je zelf goed kan schakelen.’
Als je zelf creatief inspeelt op de inbreng van kinderen kun je hen een stapje verder mee nemen. Dat vraagt wel wat van je: je moet goed kunnen observeren, je gaat creatief met de materialen om, je kunt de materialen anders inzetten; dat leer je door ervaring. Irma: ‘De stagiaires moeten worden begeleid door een jonge kind specialist; dat gebeurt nu niet altijd en dat is jammer. Er zijn genoeg jonge kind specialisten.’
Hoe kun je de verbinding versterken? Irma: ‘zeker als je als onderbouw leraar alleen werkt op een school, is het belangrijk om een netwerk om je heen te hebben van mensen van andere scholen. Dan kun je even sparren of uitwisselen. Dat kan al via Linkedin of andere kanalen.’ Irma noemt een voorbeeld: als je een vraag plaatst over prikkelverwerking, kun je via internet binnen een half uur al veel kennis uitwisselen. Je leert van anderen en je kunt zelf ook kennis en ervaringen delen en anderen inspireren. Zo breid je je eigen netwerk uit.
Het landelijk expertisecentrum Jonge Kind (LEJK)
Wat zal het LEJK jou brengen? Op het startsymposium hield Helma Brouwers een inleiding. Irma: ‘Ze wist het heel treffend te vertellen. Het was heel boeiend. Er was veel herkenning. We delen samen het gevoel dat dit heel belangrijk is.’ In het netwerk lerende leraren, de professionele leergemeenschap rond Saxion, zien we elkaar vaker. Zeker als er samen producten worden ontwikkeld ontstaat er een productief leerklimaat.
Wat het LEJK kan gaan betekenen is voor Irma nog niet heel concreet, maar het LEJK kan misschien wat leren van de PLG rond Saxion, want dat werkt goed! Misschien zou je moeten denken aan werkplaatsen of PLG’s op landelijk niveau. En door samen te werken kan het jonge kind nóg beter op de kaart worden gezet!
Bij de Kingschool staat de onderbouw nu wel op de kaart. Hoe beter de onderbouwing is, hoe beter het gaat en de collega’s nemen je ook serieus. Als je een goede uitwerking van een thema biedt, met verschillende activiteiten, doordacht en in samenhang, dan ben je niet minder belangrijk dan een rekenles. Jouw werk in de onderbouw doet ertoe!