Een continuüm van spelend leren: de rol van de leerkracht in de spelgerichte pedagogie en de angst om het spel te kapen

Uitgewerkt door: Ineke Oenema-Mostert

De ontwikkelings- en onderwijsvoordelen van spel zijn inmiddels aangetoond. Ondanks deze voordelen stellen de onderzoekers dat in de Verenigde Staten in de kleuterschool (kindergarten, in Nederland groep 1 en 2) de door de leerkrachtgestuurde instructie prominent aanwezig is.  In de leerplannen en het beleid wordt echter in toenemende mate erkend dat (1) het gebrek aan spelen in de klas een uitdaging vormt en dat (2) het domeinspecifieke leren (academic learning) moet worden ondersteund met ontwikkelingsgerichte praktijken. Uit het onderzoek komt naar voren dat een groep leerkrachten spelen en leren als afzonderlijke aspecten beschouwd en meldden uitdagingen bij het voldoen aan domeinspecifieke eisen door middel van spelend leren. Hun leerlingen deden vooral aan vrij spel. De tweede groep leerkrachten benoemen dat spel het domeinspecifieke leren kan ondersteunen en dat leerkrachten een belangrijke rol spelen bij spel. Het continuüm van spelend leren biedt zo een bredere en concrete definitie van spelend leren. Alle onderwijsactiviteiten in groep 1 en 2 worden door de leraar begeleid vanuit een fundamenteel respect voor de ontwikkelingsbehoefte en ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen.

De hoeveelheid tijd die kleuters spelend doorbrengen neemt af ten gunste van meer directe domeinspecifieke instructie in kleine en grote groepen om zo het leren van jonge kinderen gerichter te begeleiden. Onderzoek laat zien dat ondanks het feit dat spelen en leren vaak als een tegenstelling wordt beschouwd, spelen en leren eigenlijk niet te scheiden zijn. Leren stopt ook niet op het moment dat de activiteit klaar is. Spel ondersteunt leren door kinderen de mogelijkheid te geven voort te bouwen op eerder verworven kennis en vaardigheden en deze vervolgens uit te breiden en te verdiepen in wisselwerking met anderen en de omgeving waarin zij ontwikkelen.

De rol van spel in de klas wordt vaak besproken in termen van vrij en gestructureerd spel.  Vrij spel wordt dan omschreven als plezierig, actief betrokken en meer gericht op middelen dan op doelen. Wanneer domeinspecifieke vaardigheden centraal staan, wordt het meer gestructureerde spel als geschikter gezien. Bij begeleid spel kan de activiteit zowel op initiatief van het kind als op initiatief van de volwassene plaatsvinden. Begeleid spel wordt daarom wel gezien als een kindgerichte praktijk waarbij, net als bij vrij spel, de sturing, bij het kind wordt gelegd. De kinderen sturen dan hun eigen leren binnen de vastgestelde speelcontexten, terwijl leerkrachten de leerervaring versterken door de rol te spelen van commentatoren, medespelers, vragenstellers of demonstrateurs van nieuwe manieren om met de betrokken materialen om te gaan.  

De onderzoekers Pyle en Danniels geven aan dat leerkrachten die deelnamen aan het onderzoek de meeste moeite hadden om expliciete leerdoelen uit het curriculum te verbinden met de interesses van de kinderen en om het voorbeeld van de kinderen te volgen. Zes van de vijftien leerkrachten noemen spel als een activiteit die zonder inmenging van volwassenen wordt uitgevoerd en die de persoonlijke en sociale ontwikkeling van kinderen positief beïnvloedt. Zij vonden het ingewikkeld om een balans te vinden tussen het voldoen aan academische eisen en het volgen van een speelse leeraanpak. Door hun opvatting dat spel een door het kind gestuurde activiteit is, maakten deze leerkrachten zich zorgen over het samenvoegen van domeinspecifieke vaardigheden met spelmomenten. Deze leerkrachten zien spel als een door het kind gestuurde activiteit om belangrijke persoonlijke en sociale vaardigheden te stimuleren. Volgens hen vindt het domein-specifieke leren niet in spel plaats.  

Negen leerkrachten gebruiken in het onderzoek spel als een activiteit die geschikt is voor de ontwikkeling van kinderen en als een activiteit ten behoeve van het leren van domeinspecifiek. Zij voegen de door (directe) instructie nieuw aangeleerde domein-specifieke kennis en vaardigheden in in een voor de kinderen motiverende omgeving: het spel. Zo wordt leren en spel als een continuüm verbonden in een door kinderen geleid onderzoekend spel binnen kindgericht onderwijs. Zo wordt rekening gehouden met de ontwikkeling, de belangstelling en de mogelijkheden van het kind. 

De auteurs geven tot slot aan dat met de lancering van het continuüm er geen sprake is van het kapen van vrij spel. Het is fundamenteel om binnen een play-based curriculum respect te hebben voor de kinderen en hun ontwikkelingsbehoeften om zo spel (vrij spel) en spelend leren te integreren om het leren van kinderen te verruimen op een voor het kind boeiende en speelse manier. Het gebruik van deze manier van werken heeft inmiddels laten zien dat spelend leren het leren van academische concepten door kinderen positiever beïnvloedt dan directe instructie of vrij spel alleen.


Gerelateerde wetenschappelijke bronnen

Bron
Titel: A Continuum of Play-Based Learning: The role of the Teacher in Play-Based Pedagogy and the Fear of Hijacking Play
Auteurs: Pyle, A. & Danniels, E.
Publicatie: Early Education and Development, 28:3, 274-289
Publicatiedatum: 2017
Previous
Previous

Doorgaande lijn en gebrek daaraan in de klas: ervaringen van Amerikaanse vroeg- en voorschoolse educatie en onderbouw PO

Next
Next

Een model voor Assessment in de spelend leren pedagogiek