Onderzoekslijn

Volgen van ontwikkeling van jonge kind

Inleiding

In het onderwijs aan het jonge kind (2-8 jaar) is het volgen van de ontwikkeling van kinderen een belangrijk onderdeel. Met de kennis waar het kind zit in diens ontwikkeling kan afgestemd worden met een onderwijsaanbod in de zone van de naaste ontwikkeling. Op basis van volguitkomsten hebben leerkrachten zicht op relatief sterke en zwakke kanten van een kind en wordt ook duidelijk waar het onderwijsaanbod zich op moet richten. Uitgangspunt hierbij is dat de brede ontwikkeling van het kind gevolgd wordt:

  • taalontwikkeling (taalbegrip, mondelinge taalvaardigheid, ontluikende geletterdheid, fonologisch en fonemisch bewustzijn en letterkennis)

  • ontluikende rekenvaardigheden

  • sociaal-emotionele ontwikkeling, inclusief zelfregulatie

  • motoriek

Bij de kleuters gaat de overgang van toetsen naar observatie-volginstrumenten (per augustus 2022) gepaard met vragen en onzekerheden bij leerkrachten: wat zijn geschikte methoden voor het volgen van de ontwikkeling van jonge kinderen: welke ontwikkelingsdomeinen worden gedekt door een instrument en hoe gedetailleerd zijn observaties van een domein. Daarnaast zijn er vragen als: is er een training voorafgaand aan het gebruik, en hoeveel tijd kost het in kaart brengen van de ontwikkeling van een kind. Ook de vraag op welke manier de observaties worden geregistreerd (papier of online, maar ook ja/nee versus meerdere antwoordmogelijkheden) is een aandachtspunt. Het is belangrijk dat er een overzicht komt van veelgebruikte instrumenten en hun kenmerken. Daarnaast zorgt het verbod op toetsen bij kleuters tot een breuk tussen het volgen van de ontwikkeling van peuters versus kleuters. Tegelijkertijd is het gebruik van observatievolgsystemen bij groep 3 en 4 minder gebruikelijk. Dat leidt tot de vraag hoe een doorgaande lijn in het volgen van de ontwikkeling in deze leeftijdscategorie geboden kan worden. Er zijn ook randvoorwaardelijke vragen: hoe leer je leerkrachten* om de ontwikkeling te observeren; zijn leerkrachten voldoende in staat om objectief te observeren, en/of het geobserveerde te koppelen aan ontwikkelings- en leerlijnen, wat vraagt dat aan kennis en oefening, maar ook wat voor situaties lenen zich voor observatie. Hoe kom je van waarnemen naar interpreteren en vervolgstappen uitzetten? Wanneer geven observatieuitkomsten aanleiding om ‘iets extra’s’ te bieden of een screeningsinstrument in te zetten?

* Met leerkrachten bedoelen we zowel professionals in de opvang als leerkrachten

Onderzoeksopzet en onderzoeksvraag

Naast het bieden van overzicht worden knelpunten, handvatten en good practices rond het volgen in het werkveld geïnventariseerd en wordt nagegaan hoe de opleidingen studenten voorbereiden op het volgen van de ontwikkeling van jonge kinderen. Daartoe hoort ook een deel actieonderzoek: is met een beperkte interventie verbetering van de vaardigheden van (aanstaande) professionals mogelijk?

Korte termijn product: overzicht van methoden en kenmerken

Onderzoek 2021-2022:

2021

  1. Welke knelpunten ervaren opleiders/leerkrachten/pedagogische professionals in het werkveld bij het gebruik van observatie(volg)systemen (keuze, inzet, interpretatie, vervolgstap)?

  2. Welke handvatten zijn er voor het gebruik van observatie(volg)instrumenten, ook met het oog op de doorgaande lijn in het volgen van de ontwikkeling?

  3. Welke good practices zijn er bij het gebruik van observatie(volg)instrumenten in het werkveld of de opleidingen?

2022

  1.  Welke handvatten zijn voor Ad-Pep'ers en pabostudenten in opleiding bruikbaar en wat zijn bruikbare handvatten voor professionals in de opvang en de basisscholen?

  2. Wat zijn de ervaringen van de professionals (in opleiding) met deze handvatten: zijn ze ondersteunend bij het volgen van kindontwikkeling? 

Opbrengsten van het onderzoek

Het doel van dit onderzoek is (aankomend) studenten, en pedagogisch educatief professionals, jonge kind docenten (opleiders):

  1. Een overzicht te bieden van bestaande volgsystemen, de domeinen die ze dekken en hun kwaliteitskenmerken (training, handleiding, type scoring, normering).

  2. Een handreiking te bieden over volgen van ontwikkeling op basis van good practices en praktijkgericht onderzoek; een handreiking die in de opleiding en in het werkveld bruikbaar is.

 

Betrokken lector: Cathy van Tuijl

Mensen uit opleiding en werkveld gaan samen met de lector en anderen op zoek naar antwoorden op de vragen aan de hand van inventariserend en actieonderzoek.