Het Landelijk Expertisecentrum Jonge Kind werkt samen met de Academie voor Lichamelijke Opvoeding, Hogeschool van Amsterdam - Mirka Janssen
Mirka Janssen
Foto: AVLO - Hogeschool van Amsterdam
In 2018 werd Mirka Janssen lector van het lectoraat Bewegen in en om School (BioS) aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO). De huidige focus van het lectoraat is de veranderende rol van de vakleerkracht bewegingsonderwijs en die van de docent Lichamelijke Opvoeding in het gezond opgroeien van kinderen en jongeren. Het onderzoek van het lectoraat BioS draagt bij aan de gezamenlijke missie met het werkveld: ‘alle kinderen leren goed bewegen, bewegen met plezier en bewegen regelmatig’.
Mirka Janssen studeerde in 2005 af aan de ALO en werkte als vakleerkracht bewegingsonderwijs in het primair onderwijs en als opleidingsdocent in het mbo (Sport en Bewegen). Sinds 2007 werkt Mirka als opleidingsdocent bij de ALO. Zij behaalde de masters Bewegingswetenschappen (2008) en Epidemiologie (2011). In 2014 promoveerde zij bij de Vrije Universiteit Amsterdam (VUmc) met een proefschrift over het schoolpleinprogramma PLAYgrounds. Dit programma is doorontwikkeld voor de praktijk en opgenomen als erkende interventie in de landelijke database van effectieve interventies.
Mirka: ‘We zien op jonge leeftijd (6-jarigen) dat al 20% van de kinderen een achterstand heeft in de motorische ontwikkeling, die zij de jaren daarna niet vanzelfsprekend inhalen. Kinderen die minder vaardig zijn in bewegen komen in een negatieve spiraal: zij kunnen minder vaak meedoen met beweegactiviteiten (zijn bijvoorbeeld vaak als eerste af of uit) en kunnen daardoor nog minder vaak hun motorische vaardigheden oefenen. Dat heeft een negatief effect op hun zelfvertrouwen en hun plezier in bewegen. Aan het einde van de basisschool zien we daarom veel kinderen die afhaken van bewegen en niet meer meedoen met buitenspelen of sportactiviteiten. Daarom is het belangrijk om vanaf de geboorte aandacht te hebben voor de ontwikkeling van kinderen m.b.t. motoriek en bewegen, zodat de basis wordt gelegd voor een leven lang met plezier bewegen.’