Jongekindprofessionals doen er toe! Training voor trainers
Het handelen van de jongekindprofessional kan voor veel kinderen een belangrijk verschil maken. Daarom heeft het expertisecentrum een aantal uitgangspunten benoemd die dit handelen kenmerken. Voor trainers/nascholers voor professionals in de kinderopvang en basisschool heeft het LEJK een handreiking ontwikkeld, met per thema een wetenschappelijke onderbouwing. Daar zijn doelen en voorbeelden aan toegevoegd. We willen deze kennis graag delen zodat elke trainer met evidence informed materiaal kan werken. Volg jij de training in 2025?
De zes thema’s zijn (onderaan de pagina lees je een toelichting):
1. Relatie op individueel niveau
2. Het jonge kind als deel van de groep
3. Interactie
4. Ontwikkeling van het jonge kind; kennen, volgen en afstemmen
5. Opvoeden en onderwijzen doe je samen
6. Teamwerk
Deze bovenstaande zes thema’s zijn belangrijk in het werk van de pedagogisch medewerker en de leerkracht van de onderbouw van de basisschool. Voor trainers/nascholers voor professionals in de kinderopvang en basisschool heeft het LEJK een handreiking ontwikkeld, met per thema een wetenschappelijke onderbouwing. Daar zijn doelen en voorbeelden aan toegevoegd. We willen deze kennis graag delen zodat elke trainer met evidence informed materiaal kan werken.
Trainingsdata 2025
Hiervoor worden drie bijeenkomsten gepland:
29 januari van 15.00-17.00 online
19 maart van 13.00-17.00 Utrecht Vredenburg 19
23 april van 13.00-17.00 Utrecht Domstad (let op, andere locatie)
Kosten
Deelname aan de sessies is €150 per keer. Voor deelname aan alle drie de bijeenkomsten zijn de kosten €375. Na aanmelding ontvang je een factuur.
Aanbod training
Tijdens de training krijg je:
- Toegang tot wetenschappelijke onderzoeken en actuele inzichten;
- Concrete trainingsdoelen en praktijkvoorbeelden;
- Direct toepasbare kennis voor je eigen trainingen.
Lees hier de brochure over de training.
Toelichting thema’s
Bijeenkomst 1: thema 2
2. Het jonge kind als deel van de groep (emotionele proceskwaliteit)
De jongekindprofessional richt zich op de begeleiding van samen werken en leven met anderen. Belonging, het gevoel van erbij horen, veiligheid, acceptatie, inclusie, eigen identiteit en (h)erkenning, zijn begrippen die de professional belangrijk vindt voor alle kinderen en als uitgangspunt voor het handelen hanteert.
Dit thema valt uiteen in drie subthema’s: groepsmanagement & gedragsondersteuning / diverse groep en samenleving / relaties tussen kinderen.
Bijeenkomst 2: thema’s 1, 3 (voorlezen) en 5
1. Relatie op individueel niveau (emotionele proceskwaliteit)
De jongekindprofessional investeert in de relatie professional-kind waarbij de begeleiding gericht is op de brede ontwikkeling, waaronder groei van zelfbesef en zelfbeeld.
3. Interactie (educatieve proceskwaliteit)
De kwaliteit van de interactie van de jongekindprofessional met de kinderen moet goed en krachtig zijn. Zowel in pedagogische zin (sensitiviteit, gericht op positief klimaat) als ‘educatief’ (de taal- denkontwikkeling bevorderend onder andere via taalaanbod, inhoudelijke feedback en aanzetten tot redenaties).
Dit thema valt uiteen in twee subthema’s: voorlezen en spel. Voorlezen wordt in maart besproken, spel in april/mei.
5. Opvoeden en onderwijzen doe je samen
De jongekindprofessional realiseert zich dat een goede relatie met ouders/verzorgers van groot belang is. De professional investeert in deze relatie en daarmee in educatief partnerschap. Dit kenmerkt zich door respect voor elkaars perspectief en waardering van ieders inbreng. Daarbij houdt de professional rekening met de mentale beschikbaarheid van ouders. De samenwerking ten gunste van de ontwikkeling van het kind met ouders en andere professionals is voor de jongekindprofessional vanzelfsprekend.
Bijeenkomst 3: thema’s 3 (spel), 4 en 6
3. Interactie (educatieve proceskwaliteit)
De kwaliteit van de interactie van de jongekindprofessional met de kinderen moet goed en krachtig zijn. Zowel in pedagogische zin (sensitiviteit, gericht op positief klimaat) als ‘educatief’ (de taal- denkontwikkeling bevorderend onder andere via taalaanbod, inhoudelijke feedback en aanzetten tot redenaties).
Dit thema valt uiteen in twee subthema’s: voorlezen en spel. Voorlezen wordt in maart besproken, spel in april/mei.
4. Ontwikkeling van het jonge kind; kennen, volgen en afstemmen
De jongekindprofessional kent de ontwikkelingslijnen van het jonge kind, volgt de ontwikkeling van het jonge kind en stemt het handelen af op deze ontwikkeling. De professional weet wat leeftijdsadequaat is en kent de bandbreedte. Hij begrijpt wat hij ziet en reageert afgestemd. De professional handelt daarbij in de zone van actuele en naaste ontwikkeling. De jongekindprofessional zorgt voor planmatig (op langere termijn), beredeneerd en doelgericht aanbod van activiteiten die betekenisvol zijn voor jonge kinderen.
6. Teamwerk
De jongekindprofessional maakt deel uit van een team en ziet de noodzaak van intercollegiale samenwerking. De jongekindprofessional brengt deskundigheid over het jonge kind en de wijze waarop onderwijs en educatie geboden wordt in binnen het team. Ook zorgt de jongekindprofessional voor een goede aansluiting van de voorschoolse fase tot en met groep 3. Het is belangrijk dat de jongekindprofessionals hun stem laten horen.